Manier #4: Wie zet de toon in uw vastgoed?

LobbyDe meeste mensen herkennen deze instinctmatige reactie: je komt binnen in een gebouw en je bent er meteen op je gemak. Of het tegenovergestelde: je weet niet wát het is aan deze ruimte, maar je wilt er zo gauw mogelijk weg.

Alexander Beukers van Agere Consulancy beschrijft dit fenomeen en de achtergrond ervan in zijn reactie op 5 manieren voor commercieel vastgoed om meerwaarde te creëren in klantbeleving door kunst:

“We denken allemaal rationeel te handelen als we een besluit maken. Uit steedsReceptie meer onderzoek, onder meer door Functionele MRI-scans waarbij zichtbaar wordt welke delen van de hersens actief zijn bij bepaalde zaken, blijkt dat de waarheid iets anders zit. De keuzes worden namelijk gemaakt in het limbisch systeem (het oerbrein), daar waar emoties worden geregistreerd. Vervolgens gaat de frontale cortex (het nieuwe brein, waar logica en taal zitten) het besluit rationaliseren.

Omdat in het oerbrein de taalfunctie niet zit, zeggen we vaak dat iets ‘gewoon goed voelt’, omdat we het niet onder woorden kunnen brengen. De frontale cortex bedenkt vervolgens allemaal argumenten. Als je dus de autodealer binnenloopt, weet je binnen een paar minuten welke auto het wordt, je voelt het gewoon. Vervolgens ga je rationele argumenten bedenken waarom die auto het beste is: lage bijtelling, zuinig verbruik, veilig, 0 tot 100 in 7 seconden, etc. Maar je hebt je keuze allang gemaakt. Klantbeleving is dus essentieel, want het bepaalt je keuze. Punt uit.” https://www.workingspace-with-art.com/blogs/

B6v988ICMAAwB3fAls de meeste mensen deze instant feelgood of feelbad herkennen, dan geldt dat ook voor de beleving van klanten of gasten. Ook wanneer zij een pand binnenkomen ervaren zij in het gunstige geval ‘Hier wil ik blijven, want hier ben ik op mijn plek. Dit is anders dan andere gebouwen.’ En in het ongunstige geval: ’Hier moet ik zo gauw mogelijk weg! Het is hier op één of andere manier onaangenaam.’ Misschien wel doordat het saai en kaal is.

Zou het niet ideaal zijn om deze automatische reactie in je voordeel te laten werken? Je kunt natuurlijk zelf invloed uitoefenen op de aantrekkelijkheid en aangenaamheid van een ruimte. Één manier om invloed uit te oefenen op de aantrekkelijkheid van een ruimte is door kunstwerken strategisch te plaatsen.

Een voordehandliggende strategische plaats voor kunstwerken is de entreehal. Vb (14)In de entree van een hotel of bedrijfspand wil je een verwelkomende en representatieve uitstraling. Het is namelijk de eerste en laatste indruk van gasten en klanten. Vooral bij de entree gaat het bekende gezegde op You never get a second chance for a first impression.

Als je nu eens nadenkt over de entree van je pand zoals die nu is. Is daar dan meteen de toon gezet die je beoogt? Is het bijvoorbeeld vanaf het begin duidelijk dat in dit gebouw innovatie hoog in het vaandel staat of dat de klantencommunity hier leidend is?

Hoe zet je dan de juiste toon in panden?

Vb (7)De eerste stap in het ‘toonzetproces’ met kunstwerken is je afvragen welke toon je wílt zetten. Welke functie krijgt of heeft de ruimte, wat wil je dat er gebeurt in deze ruimte?

Moet de ruimte bijvoorbeeld inspirerend zijn om op nieuwe oplossingen te komen? Moet er gefocust gewerkt worden? Is dit de ruimte waarin het ijs gebroken moet worden op een stijlvolle professionele manier? Of moet het hier vooral gezellig zijn?

Wanneer het doel per ruimte duidelijk is, vertaal je het doel naar een beeld. Het beeld is de sfeermaker, de toonzetter in de ruimte. Om kort en eenvoudig te beginnen met toonzetten met beelden gebruik je onderstaande oefeningen:

Oefening 1

Kijk een paar seconden naar de afbeeldingen in deze tekst. Vervolgens link je de Werkruimteafbeeldingen aan de onderstaande bedoelingen voor de ruimte:

  • Langetermijndoelen stellen
  • Gezelligheid
  • Tot overeenkomsten komen
  • Ontspanning
  • Gemeenschap versterken
  • Focus
  • Stijlvol een formele toon doorbreken met creativiteit

Oefening 2

Een andere manier is om weer een aantal seconden stil te staan bij de afbeeldingen in de tekst, terwijl je jezelf de vraag stelt: ‘Als ik Werkruimtesvoor het eerst in dit gebouw of in deze ruimte zou binnenkomen, wat is mijn indruk dan?’ Is dat ‘open’ of ‘formeel’, ‘processenomgeving’ of ‘mensenomgeving’, enzovoorts.

Oefening 3

Je kunt het proces ook omdraaien: in plaats van een sfeer zelf creëren, kun je ook uitgaan van wat er al is.

Kantine1Neem een paar minuten en vraag jezelf af welke good vibes er al zijn in je gebouw. Is er ergens een bijzondere lichtinval? Zijn er opvallend brede of juist smalle gangen of trappenhuizen? Misschien zijn er donkere hoeken in de ruimte die overheersen en wil je de aandacht verleggen naar een andere hoek door daar een opvallende afbeelding te plaatsen.

De feelgood hotspots die je heb gevonden of hebt gecreëerd zijn natuurlijk de plaatsen waar je langer bij stilstaat tijdens ontmoetingen met gasten of klanten.

Nu ben ik benieuwd: welke ruimte op de afbeeldingen in de tekst zou jou als klant of gast het meest aanspreken en waarom? Laat je reactie achter in het commentaarveld. 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *